
Wetenschappelijke naam: Leporacanthicus joselimai
L-nummer: L264
Herkomst: South America / Brazil / Rio Tapajós
Maximale lengte: 25 – 30 cm
Temperatuur: 26 – 29 ºC
Dieet: Carnivoor (vleeseter) ~ Omnivoor (alleseter)
- Taxonomie
- Beschrijving
- Verspreiding en leefgebied
- Dieet
- Aquarium
- Geslachtsverschil
- Voortplanting en kweken
- Literatuur
Order: Siluriformes
Onderorder: Loricarioidei
Familie: Loricariidae
Onderfamilie: Hypostominae
Geslacht: Leporacanthicus
Soort: Leporacanthicus joselimai, Isbrücker, & Nijssen, 1989
De Leporacanthicus joselimai "L264" is een middelgrote harnasmeerval binnen zijn geslacht. Met een maximale lengte van ongeveer 25 tot 30 cm is deze soort volgroeid.
Hij heeft een puntig en groot hoofd. De mond is voorzien van opvallende, puntige tanden, wat bijdraagt aan de algemene naam "Vampire Pleco", die het geslacht Leporacanthicus deelt.
De "L264" is erg herkenbaar aan zijn kleuren. Het heeft een over het algemeen grijze lichaamskleur met een patroon van donkere, zwarte stippen. De dichtheid en grootte van deze stippen kunnen variëren tussen individuen, maar ze zijn over het algemeen groter en talrijker dan bij sommige andere Leporacanthicus-soorten. Daarnaast hebben jongen exemplaren een witte stip of band op de rugvin en witte stippen bij de staartvin. Deze verdwijnen meestal als ze volwassen zijn.
Deze soort lijkt veel op "L263", maar bij volwassen exemplaren van "L264" ontbreekt doorgaans het witte puntje op de rugvin.
Deze soort staat bekend om zijn territoriale gedrag, vooral naar soortgenoten en andere Leporacanthicus-soorten. Er kunnen gevechten over territorium en dominantie plaatsvinden, wat kan leiden tot beschadigde vinnen en andere verwondingen. Het is belangrijk om voldoende schuilplaatsen en ruimte in het aquarium te bieden om agressie te minimaliseren.
Vanwege hun opvallende uiterlijk, vooral van jonge dieren, is de Leporacanthicus joselimai "L264" een populaire vis onder aquariumliefhebbers.
De Leporacanthicus joselimai "L264" komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika, specifiek uit het Rio Tapajós-stroomgebied in Brazilië.
De Rio Tapajós is een grote, helderwaterrivier met een rotsachtige bodem. De bodem van deze rivier bestaat uit een mix van rotsen, kiezels en zand. Het water is over het algemeen warm met temperaturen die schommelen tussen de 26 en 30 °C.
De "L264" leeft hier in de gebieden met stromend water, vaak tussen en onder de rotsen en hout. Ze geven de voorkeur aan gebieden met veel schuilplaatsen, zoals rotsspleten en holtes onder stenen. Ze worden vaak gevonden in de buurt van houtstronken en wortels, welke extra beschutting bieden.
De "L264" is een alleseter met een voorkeur voor dierlijk voedsel. In het wild voedt deze soort zich met kleine ongewervelden zoals insectenlarven, wormen en schaaldieren die ze tussen de rotsen en in het substraat vinden. Het zijn ook aaseters, zoals dode vissen of andere dierlijke resten. Hoewel ze voornamelijk carnivoor zijn, zullen ze ook algen en biofilm schrapen van rosten en ander substraat.
Ik voer mijn "L264" voornamelijk EBO Shrimp sticks, EBO Mossel sticks, en verschillende granulaten zoals Futterdose Krill soft granulaat, Futterdose Snail soft granulaat en EBO Insect soft granulaat.
Daarnaast, om dus zo gevarieerd mogelijk te voeren, geef ik tussendoor ook EBO Spirulina soft granulaat en EBO Spirulina tabs bij.
Een gevarieerd dieet is belangrijk voor de gezondheid van de "L264" en daarnaast is het ook belangrijk om te voorkomen dat de "L264" te veel voedsel krijgt, dit omdat het kan leiden tot spijsverteringsproblemen.
Vanwege hun grootte en territoriale gedrag heeft de "L264" een ruim aquarium nodig. Een aquarium van minimaal 120 cm lang is aan te raden. Om een groepje te houden is een groter aquarium aan te raden.
Als bodem kan zand of grind gebruikt worden. Om zich veilig te voelen en om gevechten te voorkomen hebben dienen er voldoende schuilplaatsen in het aquarium te zijn. Het is mogelijk om hier rotsen, kienhout en legholen voor te gebruiken.
De "L264" is een territoriale vis, vooral naar soortgenoten en andere Leporacanthicus-soorten en dus zijn schuilplaatsen echt nodig als u een groepje wilt houden. Hij kan wel met andere vreedzame, middelgrote tot grote vissen worden samen gehouden. Let wel op bij kleine, kwetsbare vissen, deze kunnen als prooi worden gezien.
Regelmatige waterverversingen en een krachtig filtersysteem zijn noodzakelijk. De "L264" produceert redelijk veel afval, dus een goede filtering is belangrijk. Ook is voldoende zuurstof is belangrijk voor deze soort. En om het natuurlijke habitat van de "L264" te stimuleren kunt u een sterke stroming in het aquarium creëren door middel van stromingspompen.
De temperatuur zou tussen de 26 en 30 °C moeten zijn, en ze geven de voorkeur aan zacht tot medium hard water. Ook wordt gedimd licht aanbevolen aangezien de "L264" een nacht actieve vis is en fel licht stress kan veroorzaken.
Helaas heb ik nog geen foto's van het geslachtsverschil van de Leporacanthicus joselimai "L264" op dit moment. Het geslacht is vergelijkbaar met de Leporacanthicus sp. "L314".
Deze soort kweekt relatief gemakkelijk. Ze kweken in legholen waarbij de man zorgt voor de eieren totdat de jongen tussen de 6 en 7 dagen uitkomen. In de daaropvolgende 4 - 5 dagen worden de dooierzakken opgebruikt.
Isbrücker, I.J.H., & Nijssen, H. (1989).
Leporacanthicus joselimai a new species of mailed catfish from the Rio Xingu, Brazil (Pisces, Siluriformes, Loricariidae).
Aquarium Correspondentie, 19 (4): 66 - 68