
Wetenschappelijke naam: Baryancistrus demantoides
L-nummer: L200 High Fin
Herkomst: Zuid-Amerika / Venuzuela / Rio Ventuari ~ bovenloop Orinoco River
Maximale lengte: 15 – 20 cm
Temperatuur: 24 – 27 ºC
Dieet: Herbivoor (planteneter) ~ Omnivoor (alleseter)
- Taxonomie
- Beschrijving
- Verspreiding en leefgebied
- Dieet
- Aquarium
- Geslachtsverschil
- Voortplanting en kweken
- Literatuur
Order: Siluriformes
Onderorder: Loricarioidei
Familie: Loricariidae
Onderfamilie: Hypostominae
Geslacht: Baryancistrus
Soort: Baryancistrus demantoides, Werneke, Sabaj, Lujan, & Armbruster, 2005
Baryancistrus demantoides "L200" High Fin is een middelgrote pleco met een mooi geel/groene basiskleur met lichte vlekken op zijn lichaam. De vlekken kunnen variëren in grootte en patroon. Sommige exemplaren hebben grotere, meer uitgesproken vlekken, terwijl andere een fijnere, meer gestippelde tekening hebben. Deze soort wordt ongeveer 15 tot 20cm groot.
De High Fin achter de naam verwijst naar de hoge rugvin van de vis en geeft hierbij onder andere het verschil aan met de "normale" "L200", Hemiancistrus subviridis. De kleur van deze twee vissen zijn bijna hetzelfde en daardoor worden ze ook vaak verward met elkaar.
Hoewel de "L200" High Fin vaak iets fellere vlekken, een iets donkerdere basiskleur heeft en over het algemeen iets groter wordt is de eenvoudigste manier om ze uit elkaar te houden dat bij Baryancistrus-soorten de rugvin en de vetvin met elkaar verbonden zijn, terwijl deze bij Hemiancistrus -soorten gescheiden is. Een andere manier om ze te onderscheiden is dat de B. demantoides een minder ronde mond heeft.
Het is daarom ook dat deze soort pas in 2005 is beschreven, voorheen werden ze als één soort, "L200" geïmporteerd uit Colombia.
Hij wordt soms ook verhandeld onder de naam "L200a".
De "L200" High Fin, Baryancistrus demantoides, is inheems in Zuid-Amerika, Venezuela en Colombia waar hij oorspronkelijk uit de Orinoco-bekken komt. Dit is een uitgestrekt stroomgebied dat zich uitstrekt over delen van Venezuela en Colombia. Het Orinoco-bekken heeft een tropisch klimaat met hoge temperaturen en een hoge luchtvochtigheid.
In Venezuela is hij te vinden in de bovenloop van de Orinoco-rivier en zijn zijrivieren, zoals de Ventuari en de Atabapo. In deze rivieren geven ze wel de voorkeur aan specifieke microhabitats en zijn ze dus niet overal in de rivier te vinden.
Hier leeft hij in helder, zuurstofrijk water van snelstromende rivieren en beken met een sterke stroming.
De bodem van het leefgebied bestaat voornamelijk uit rosten, stenen, en kiezels en houtwortels. Met zijn zuigmond kan hij zich vast zuigen aan rotsen en andere oppervlakken in de snelstromende wateren. Dit voorkomt dat ze door de stroming worden meegesleurd en helpt hen om algen van de rotsen te schrapen.
De Baryancistrus demantoides is een voornamelijk een herbivoor (planteneter) maar ook wel omnivoor (alleseter) vanwege zijn gevarieerde dieet. In hun natuurlijke habitat grazen ze algen van rotsen en hout, maar eten ze ook kleine ongewervelden, insectenlarven en ander organisch materiaal dat ze in de stroming vinden.
In het aquarium moet deze pleco voornamelijk vegetarisch worden gevoerd, met veel vezels in het dieet. Algenwafels en verse groente zoals courgette, aardappel en zoete aardappel zijn goede voedingsmiddelen.
Wij voeren onze vissen voornamelijk met EBO Spirulina tabs, EBO Veggie sticks, Dr. Bassleer BioFish Food Chlorella en soms EBO Insect soft granulaat.
Het is belangrijk om zo gevarieerd mogelijk te voeren om deze vissen gezond te houden en ze de benodigde voedingsstoffen binnenkrijgen. Ook is het verstandig om ze in de avond, net voordat de lichten uitgaan, te voeren aangezien ze nachtactief zijn.
Let op met planten in uw aquarium, de "L200" kan uw zwaardplanten opeten.
Zoals op de foto te zien heeft de B. demantoides een meer rechthoekige mond. Dit is ook een typisch kenmerkend verschil met de H. subviridis welke een bijna perfect ronde mond heeft.
Baryancistrus demantoides "L200" High Fin is een populaire pleco in de aquariumhobby vanwege zijn opvallende uiterlijk en relatief eenvoudige verzorging. Het kan soms wel even duren voordat nieuwe "L200" High Fins zich aanpassen en thuis voelen in hun nieuwe omgeving.
Omdat het een middelgrote pleco is welke ongeveer 15 tot 20cm wordt is een aquarium van 120cm lang echt het minimale. Ondanks dat het bodembewoners zijn is deze soort echt een actieve zwemmer en dient er dus voldoende zwemruimte te zijn. Zeker als u meerdere exemplaren wilt houden of andere vissen wilt toe voegen is een groter aquarium altijd beter.
De "L200" High Fin is, ondanks dat ze redelijk makkelijk te houden zijn, gevoelig voor slechte waterkwaliteit. Het is dus belangrijk om te zorgen voor schoon water wat goed belucht is met voldoende stroming. Regelmatige waterverversingen, wekelijks van 25 tot 50% zijn belangrijk om de waterkwaliteit optimaal te houden en afvalstoffen te verwijderen.
In de natuur zijn deze vissen gewend aan snelstromend water en er zou dus ook in het aquarium voldoende stroming moeten zijn met behulp van een sterk filter of een stromingspomp.
De ideale watertemperatuur is 24 - 28 °C graden en ze geven de voorkeur aan zachter tot middelhard water.
Om het aquarium in te richten voor deze soort kan zand of fijn grind als bodembedekking worden gebruikt. Daarnaast zouden er voldoende schuilplaatsen gecreëerd moeten worden voor de "L200" High Fin aangezien ze van nature redelijk schuw zijn en behoefte hebben om zich terug te kunnen trekken. Hiervoor kunnen rotsen, hout en legholen gebruikt worden.
Het zijn nacht actieve dieren welke de voorkeur geven aan gedempt licht. Te fel licht kan stress veroorzaken bij de vissen en ervoor zorgen dat u ze minder in het aquarium ziet.
Zoals hierboven bij dieet al aangegeven is het mogelijk dat de "L200" High Fin planten eet. Hier dient dus rekening mee te worden gehouden bij de inrichting van het aquarium.
Het onderscheiden van mannen en vrouwen van de Baryancistrus demantoides "L200" High Fin kan soms lastig zijn, maar er zijn een paar belangrijke kenmerken waarop u kunt letten:
Van opzij bekeken, valt op dat het mannetje wat hoger lijkt en niet zo plat als het vrouwtje. Mannetjes hebben over het algemeen een wat slanker lichaam dan vrouwtjes.
Als we het hoofd van de man en vrouw met elkaar vergelijken dan lijkt het hoofd van de man iets langer en platter dan die van de vrouw.
Zoals u op de onderstaande close-upfoto van de kieuwen kunt zien, zijn de odontodes bij de man duidelijk langer.
Een duidelijk en echt groot verschil zien we ook op de harde straal van de borstvinnen. De man vertoont hier langere odontodes, die bij de vrouw een stuk korter zijn. Ook heeft de man veel meer odontodes dan de vrouw.
Ook de kleine stekels op de staart zijn zowel bij mannen als vrouwen te zien, hoewel die van de man meer aanwezig en groter zijn dan die van de vrouw. Het mannetje is ook behaarder in het gebied van de rugvin.
Van bovenaf gezien is de algemene lichaamsvorm beter zichtbaar. De vrouw is ronder en heeft het breedste gedeelte bij de buik (heupen). De man is het breedst bij de schouders. Ook het verschil van de odontodes tussen de man en vrouw zijn duidelijk zichtbaar.
Als we van bovenaf naar de kop kijken, zien we duidelijke verschillen. Het vrouwtje heeft een wat puntigere kop en een duidelijk dikkere buik dan het mannetje.
De borstvinnen van het mannetje zijn breder en langer en de odontodes zijn hier en op zijn kieuwen ook veel groter.
Hoewel het verschil tussen deze man en vrouw al heel duidelijk is, laat de geslachtspapil het zelfde zien. De man heeft een meer puntigere papilla vergeleken met de vrouw, welke ronder en breder is. Deze vrouw vertoont daarnaast, ook hier weer, gele vlekken rond het geslachtspapil.
In dit geval is het dus heel gemakkelijk om het geslacht van deze twee vissen te zien. Deze verschillen zijn niet altijd even duidelijk, vooral niet bij jonge vissen. Naarmate de vissen ouder worden, worden de geslachtsverschillen meestal duidelijker.
Het kweken van deze soort is niet eenvoudig en is dan ook nog niet heel vaak na gekweekt. Het vereist de nodige kennis, geduld en toewijding.
Een groot aquarium van ongeveer 120cm lang is aan te raden voor de kweek van de "L200" High Fin. Een goede waterkwaliteit is belangrijk, ook voor de ontwikkeling van de eieren en jongen. Er dient voldoende stroming in het aquarium te zijn, zowel in het algemeen maar ook zeker voor de kweek aangezien dit de kweek kan stimuleren.
De temperatuur mag iets hoger liggen, tussen de 26 - 28 °C.
Het aquarium dient ingericht te worden met legholen en spleten tussen rotsen. De vissen moeten zicht op hun gemak voelen en dus voldoende schuilmogelijkheden hebben.
Het is belangrijk om de vissen, voordat u een kweekpoging onderneemt, goed en gevarieerd te voeren zodat ze in een goede conditie zijn.
De man bewaakt, net zoals bij bijna alle L-nummers de eieren tot ze uitkomen. De eieren komen na ongeveer 4 - 5 dagen uit. De jongen zijn dan nog erg klein en kwetsbaar en de man zorgt nog voor de jongen tot ze het leghol verlaten.
Werneke, D.C., Sabaj, M.H., Lujan, N.K., & Armbruster, J.W. (2005).
Baryancistrus demantoides and Hemiancistrus subviridis, two new uniquely colored species of catfishes from Venezuela (Siluriformes: Loricariidae).
Neotropical Ichthyology, Vol. 3 (4): 533 - 542