Wetenschappelijke naam: Rineloricaria melini
Herkomst: Zuid-Amerika / Brazilië / Rio Negro ~ Rio Solimões
Maximale lengte: 12 – 13 cm
Temperatuur: 24 – 29 ºC
Dieet: Omnivoor (alleseter)
- Taxonomie
- Beschrijving
- Verspreiding en leefgebied
- Dieet
- Aquarium
- Geslachtsverschil
- Voortplanting en kweken
Order: Siluriformes
Onderorder: Loricarioidei
Familie: Loricariidae
Onderfamilie: Loricariinae
Geslacht: Rineloricaria
Soort: Rineloricaria melini, Schindler, 1959
Rineloricaria melini is een kleine soort uit de familie Loricariinae. Met ongeveer 12 - 13 cm is deze soort uitgegroeid en volwasssen en daarom een perfecte vis voor kleinere aquariums.
Hij heeft een smalle en langwerpige lichaamsbouw.
De algehele lichaamskleur is wit tot beige en over het hele lichaam vertoont R. melini een prachtig bruin gevlekt patroon. Een stippelpatroon is ook te zien op de rest van de vinnen. De staartvin is donkerbruin tot zwart. Bij stress vertoont deze soort een gestreept patroon op de lange staart. Terwijl vrouwtjes glad zijn op het lichaam, vertonen mannetjes odontodes, vooral op het hoofd en de borstvinnen.
Deze soort zit het liefst op open plekken in het zand. R. melini is een vreedzame vis, die geen agressie toont naar andere vissen of naar eigen soortgenoten.
Rineloricaria melini is ook bekend onder het synoniem Hemiloricaria melini.
Deze soort komt voor in het Manacapuru-gebied van Brazilië, waar de Rio Solimões en de Rio Negro samenkomen. Je vindt deze soort dus in zwart- en wit water. Het water daar heeft een temperatuur van ongeveer 24 - 29 °C en vertoont een lage pH.
Deze soort komt niet voor in zeer sterke stromingen en geeft de voorkeur aan zand of fijn grind als ondergrond.
Rineloricaria melini is een omnivoor (alleseter). In de natuur voedt hij zich voornamelijk met insectenlarven en andere kleine ongewervelden. Ook verschillende soorten groen, zoals algen, worden gegeten.
In gevangenschap kun je deze soort voeren met bijna alle beschikbare voeding. Bijvoorbeeld granulaat, diepvriesvoer en zelfs levend voer, ook courgetteschijfjes kunnen gegeven worden. Er moet alleen op gelet worden dat de vissen voldoende eiwitten binnen krijgen.
Wij geven ze het liefst granulaat zoals Insect soft granulaat of groenvoer zoals Dr. Bassleer Biofish Food Green en Spirulina soft granulaat.
Omdat deze soort vrij klein blijft, is het mogelijk om een groep in een aquarium met een lengte van 100 cm te houden.
Zand als substraat en schuilplaatsen, in de vorm van open, dunne buizen, hout en stenen, worden door R. melini zeer op prijs gesteld. Deze soort houdt van warm en zuur water. Het beste is om ze rond de 27 °C te houden en met een pH van 4,5 - 6,5. Deze parameters zijn mogelijk te bereiken met turf, catappa bladeren of elzenproppen. De tannines in deze natuurproducten kleuren het water bruin en verlagen de pH in het water.
Een lichte stroming, een luchtsteen en gedempt licht zorgen ervoor dat de vissen zich op hun gemak voelen.
Deze vis vertoont geen territoriale agressie naar soortgenoten en is ook erg vreedzaam naar andere vissen. Ze zijn ideaal om in kleine groepen van 5 - 10 exemplaren te houden.
Er moet op worden gelet dat ze niet worden samen gezet met grote, vleesetende plecos of agressieve cichliden. Ze krijgen vaak huidbeschadigingen van te agressieve medebewoners, omdat ze niet altijd vluchten bij gevaar. Meestal verstoppen ze zich in het zand bij gevaar.
Deze soort heeft geen seksueel dimorfisme, verschil in uiterlijk tussen mannen en vrouwen, in grootte of kleur. De enige gemakkelijke manier om het geslacht van R. melini te bepalen is tijdens de broedtijd, wanneer mannen odontodes ontwikkelen op het hoofd, de kieuwen en de borstvinnen.
Deze soort is een holenbroeder. Anders dan plecos, geven ze er de voorkeur om te kweken in open grotten met een buisvormige vorm. Daarom zijn de buizen perfecte grotten voor deze soort.
De eieren van R. melini zijn groen. Net als bij de meeste Loricariidae beschermt en verzorgt de man de eieren.
Om Rineloricaria melini in kweekstemming te krijgen, zijn een zeer lage pH en regelmatige waterverversingen nodig. Vrouwtjes vertonen snel een dikke buik, vol met groene eieren. Soms zijn de eieren zelfs zichtbaar door de huid van de buik.