Ancistrus sp. “Yellow black eye”

Order: Siluriformes
Onderorder: Loricarioidei
Familie: Loricariidae
Onderfamilie: Hypostominae
Geslacht: Ancistrus
Soort: nog niet beschreven

Deze pleco is de gele kweekvorm van de gewone Ancistrus/Bristlenose Pleco, waarvan de oorsprong niet meer precies bekend is en welke mogelijk een product is van de kruising van verschillende Ancistrus-soorten.

Deze specifieke vis zorgt voor veel verwarring, omdat deze kweekvorm veel verschillende namen heeft en ook nog eens onder verkeerde namen wordt verhandeld.

De gele kweekvorm heeft veel namen zoals "Black Eyed Yellow Bristlenose", "Citronancistrus", "Lemon Bristlenose", Ancistrus sp. "Gelb-Schwarzauge", "Yellow Antennenwels", enz.
Meestal wordt het echter verhandeld onder het nummer "L144".
De echte Ancistrus sp. "L144" komt uit Paraguay. Destijds publiceerde DATZ een wild geel exemplaar met dit L-nummer. Het is waarschijnlijk gewoon een kleurvariant van de "normale", bruine Ancistrus sp. "Rio Paraguay". Deze "echte" "L144" is niet echt gevestigd in de hobby en is bijna volledig verdwenen in aquaria. Vandaar dat 99% van alle verhandelde "L144" valse "L144"s zijn en in feite de gele kweekvorm van de "Common Bristlenose Pleco".

Ook al hebben we een voorkeur voor wilde vormen van alle diersoorten, deze gele Ancistrus is absoluut een blikvanger en kan uitgroeien tot een werkelijk schitterende pleco.

Omdat deze pleco een kweekvorm is, is er geen verspreiding.

Ze houden van niet te warm water, tussen de 24 en 28 graden Celsius is goed om deze pleco te houden.

Ancistrus sp. is een hele makkelijke eter. Ze zijn over het algemeen omnivoor en eten bijna alles wat je ze voert. Droogvoer of diepvriesvoer, alles kan gegeven worden. Ancistrus heeft over het algemeen meer groenvoer nodig en daar moet u op letten bij het voeren.

80 - 100 cm aquarium

Ze zijn erg vredelievend en kunnen daarom prima in een aquarium met andere pleco's of vissen gehouden worden.

Je ziet deze pleco veel in het aquarium en ook overdag als de verlichting aan is.
Toch heeft hij graag wat schuilplekken. Deze kun je creëren door wat hout, stenen of legholen in het aquarium te leggen.

Tot nu toe was dit waarschijnlijk een van de makkelijkst te bepalen pleco's die we hadden, maar omdat veel mensen de gewone borstelneus houden, zijn er ook nogal wat vragen over het geslacht van hun dieren.

Van opzij zien we dat de man zijn hoogste lichaamsdeel rond het hoofd heeft. De lichaamslijn van de vrouw ziet er meer gebogen uit met een vloeiendere overgang tussen hoofd en lichaam.

Het grootste en makkelijkste verschil om het geslachtsverschil aan te herkennen is het hoofd. Terwijl mannen grotere hoofden hebben met veel borstelharen op de snuit, hebben vrouwtjes een glad hoofd zonder tentakelachtige uitgroeisels. Zelfs als ze jong zijn, hebben de mannetjes hele kleine stoppels op de snuit, die zich later ontwikkelen tot deze grote tentakelachtige borstelharen.

Ook bij deze "soort" vertonen mannetjes meer odontodes op de kieuwen en alsook op de borstvinnen. De harde straal van de borstvinnen is breder bij mannen en de vinnen zelf lijken vergelijkbaar langer te zijn dan de vinnen van vrouwen.

Van bovenaf gezien zegt de lichaamsvorm ook veel over het geslacht van deze vissen. Mannetjes hebben een rechte lichaamslijn van hoofd tot staart, terwijl vrouwtjes een beetje gebogen zijn in de buikstreek, heupen.

De verschillen van het hoofd zijn ook van bovenaf goed te zien. Het veel kortere hoofd van het vrouwtje lijkt nog niet eens half zo lang te zijn als van het mannetje. De tentakelachtige borstelharen op het hoofd steken ver uit het silhouet van het hoofd van het mannetje. Ook hebben mannetjes een fel rode vlek op hun kop die de vrouwtjes niet zo fel hebben.

De vorm van de papilla zelf is een beetje misleidend, aangezien mannetjes meestal een grotere papil hebben dan vrouwtjes, wat bij de meeste pleco-soorten andersom is. Maar we kunnen zien dat het vrouwtje duidelijk gele vlekken rond de papil heeft, wat het mogelijk maakt om het geslacht te bepalen, zelfs met alleen ventrale foto's.

De "gedomesticeerde" Ancistrus - soort is al zo lang in de aquariumhobby, dat hij gemakkelijk te houden en te kweken is onder bijna alle omstandigheden. Ze hebben niet echt speciale dingen nodig zoals stroming, alleen moet er op gelet worden dat de waterkwaliteit goed is.

Ze kweken gemakkelijk als de man en vrouw in goede conditie zijn. Het zijn holenbroeders maar het kan ook gebeuren dat ze kweken in een decoratiestuk maar ook in spleten in het hout is gezien.

Als ze volwassen zijn, hebben ze vrij grote eier-batches, tot wel 100 eieren is mogelijk. De eieren zijn geeloranje en de man zorgt voor de eieren en de jongen.

Ik heb zelf de ervaring dat een man de eieren van 3 vrouwtjes tegelijk in één leghol verzorgde. Hij paste zelf niet meer in het leghol en zat vlak voor de ingang van het leghol met zijn vinnen te wapperen. Dit waren in totaal meer dan 150 eieren. De vrouwtjes waren op dat moment nog niet eens helemaal volwassen.