Wetenschappelijke naam: Leporacanthicus cf. galaxias
L-nummer: L7
Herkomst: Zuid-Amerika / Brazilië / Rio Guamá
Maximale lengte: 25 cm
Temperatuur: 27 – 30 ºC
Dieet: Carnivoor
- Taxonomie
- Beschrijving
- Verspreiding en leefgebied
- Dieet
- Aquarium
- Geslachtsverschil
- Voortplanting en kweken
Orde: Siluriformes
Onderorder: Loricarioidei
Familie: Loricariidae
Onderfamilie: Hypostominae
Geslacht: Leporacanthicus
Soort: nog niet beschreven, waarschijnlijk identiek aan Leporacanthicus galaxias, Isbrücker & Nijssen, 1989
Deze Leporacanthicus cf. galaxias "L7" is een Leporacanthicus van gemiddelde grootte, die erg lijkt op de beschreven soort Leporacanthicus galaxias "L29". Of het twee verschillende soorten zijn of slechts een lokale vorm, moet nog worden geverifieerd.
"L7" toont een compacte en hoge lichaamsvorm met een vrij kleine staartvin voor zijn geslacht. De kop is, in vergelijking met het lichaam, groot maar niet zo lang en puntig als de kop van de "L29".
Het hele lichaam heeft een bruine kleur, maar als deze vis stress heeft, kan deze lichaamskleur veranderen naar beige-bruin met strepen. Bovendien vertoont "L7" gele vlekken over het hele lichaam.
Leporacanthicus cf. galaxias "L7" kan behoorlijk agressief zijn tegenover soortgenoten en andere plecos van dezelfde grootte en geslacht. Vooral mannetjes kunnen nogal territoriaal zijn en kunnen andere vissen beschadigen met hun puntige tanden. Met die tanden knaagt deze soort vaak aan de siliconen randen van het aquarium, dus het is verstandig om die randen altijd af te schermen met plastic- of glasstrips, om schade aan het aquarium en lekkage te voorkomen.
De "L7" komt uit de Braziliaanse rivier Rio Guamá. Daar vind je hem in warm, helder en zeer zuurstofrijk water. In zijn habitat is een licht zure pH en een temperatuur van 26 - 30 °C te zien.
Deze pleco is een carnivoor. Met andere woorden, hij eet voornamelijk dierlijke eiwitten.
In het wild is deze soort gespecialiseerd in het openbreken van mosselen, slakken en schaaldieren. Ook dode vissen worden door deze soort gegeten. Met zijn puntige tanden kan hij, naast mosselen, slakken en schaaldieren, ook houten en rotsachtige spleten openbreken om naar voedsel te zoeken.
In gevangenschap eet deze soort het liefst bevroren voedsel, bijvoorbeeld artemia, krill, garnalen, slakken en mosselen. Ook droogvoer zoals slakken en korrels accepteren ze heel goed, wat de vrouwtjes ook helpt om heel snel eieren in het lichaam te ontwikkelen. Kortom, deze vis is een makkelijke eter en niet echt moeilijk om aan het eten te krijgen.
Een aquarium vanaf 120 cm lengte is geschikt voor deze pleco. Afhankelijk van de grootte en het aantal individuen dat samen wordt gehouden, moet het aquarium indien nodig groter worden gekozen. Het is mogelijk om de Leporacanthicus cf. galaxias "L7" solitair, in paren of in groepen te houden. Als er echter meerdere mannetjes met een vrouwtje in één aquarium zitten, moet er voor worden gezorgd dat er veel schuilplaatsen worden gecreëerd, zodat de minder dominante mannetjes zich kunnen verstoppen.
Goede stroming, een hoog zuurstofgehalte en een goede filtratie zijn noodzakelijk om deze pleco gelukkig en gezond te houden. Watertemperaturen van 26 - 29 °C zijn optimaal. Daarnaast helpen wekelijkse waterverversingen met iets zachter en zuurder water deze soort om in de broedstemming te komen.
Zorg ervoor dat alle siliconenverbindingen in het aquarium goed vastzitten. Deze en ook elektrische kabels (van verwarmingen etc.) kunnen worden beschadigd door de puntige tanden van deze "Vampire Pleco".
Geslachtsverschil komt binnenkort beschikbaar.
Deze soort is een hol broeder. Onze ervaring is dat ze het liefst in ronde legholen kweken, meestal vrij kleine legholen in vergelijking met de vissen. Net als andere pleco's, zorgen ook hier de mannetjes voor de eieren totdat de jongen uitkomen en hun dooierzak opmaken.
Om deze soort te laten kweken, is het het makkelijkst om een groep van 5 - 6 middelgrote exemplaren bij elkaar te houden in een speciaal kweekaquarium. Het belangrijkste is dat er altijd meer legholen dan pleco's in het aquarium zijn, zodat elke pleco zijn eigen schuil- en broedplek kan kiezen, zonder er constant om te hoeven vechten. Ook moet deze pleco niet te veel stress ervaren.
Eiwitrijk voedsel helpt de vrouwtjes om snel eieren in de buik te ontwikkelen.
Tunnelen (een man en vrouw samen in een leghol zitten) gaat snel, maar het echte kweken is normaal gesproken niet zo makkelijk. In onze ervaring is de "L7" een van de makkelijker te kweken Leporacanthicus, ook de jongen groeien vrij snel voor hun soort.
Wekelijkse waterverversingen met een osmose/kraanwatermengsel (<200 mS geleidbaarheid) en warme temperaturen (30 °C) zijn nodig om "L7" te laten afzetten. Het tunnelen kan weken duren, ondanks het kweekproces zelf snel gaat en in enkele minuten is voltooid.
De jongen komen na 6 - 8 dagen uit, afhankelijk van de watertemperatuur. Na het uitkomen is het mogelijk om de baby's in een kweekbox te scheiden, om de opvoeding beter te kunnen controleren. Na ongeveer een jaar bereiken de jongen een lichaamslengte van 4 - 5 cm en zijn ze sterk genoeg om te verplaatsen naar een groter aquarium.